Het Programma van Eisen voor een gebouw dient een omschrijving te bevatten van de organisatie van de opdrachtgever zodat de ontwerpende partijen zich al kunnen inleven in de ontwerpopdracht. Daarbij behoren ook de ambities van de opdrachtgever.
Hieronder staan de onderwerpen die in een Programma van Eisen moeten worden behandeld.
Ruimtebehoefte
In het Programma van Eisen wordt de ruimtebehoefte bepaald met netto vierkante meters volgens NEN 2580. Dit komt globaal overeen met het A4-tje van de opdrachtgever. Hieraan worden de ruimten toegevoegd die in het gebouw noodzakelijk zijn, zoals verkeersruimten en technische ruimten.
Als alle ruimten zijn bepaald, kan door middel van een toeslag het brutovloeroppervlak worden bepaald. Hierin zit onder andere de constructie. Dit wordt het ruimteprogramma genoemd.
Bij het vaststellen hiervan moet rekening zijn gehouden met de toekomstige ontwikkeling van de opdrachtgever om te voorkomen dat het gebouw na oplevering al te krap is. Het ontwerptraject en de realisatie kan makkelijk drie tot vijf jaar duren.
Ruimtelijke relaties en gebouwlogistiek
De onderlinge relaties en de posities van de ruimten uit het ruimteprogramma moeten worden bepaald, zodat ook de logistiek goed wordt geregeld. Het is bijvoorbeeld niet zinvol dat de portier achteraan in het gebouw zit.
Hiermee wordt de basis gelegd voor een logisch ontwerp. Bij processen of complexe gebouwen zoals een ziekenhuis zijn de onderlinge relaties van ruimten erg belangrijk. Overleg met de gebruikers is van groot belang; zij zijn immers degenen die de processen het beste kennen.
Ruimten kunnen geclusterd worden en als functionele eenheden worden gegroepeerd. Deze clustering heeft direct gevolgen voor de opzet van het ontwerp en beïnvloedt de gebouwinfrastructuur, maar is ook bepalend voor de exploitatie van het gebouw. Een logistiek slecht gebouw wekt alleen maar ergernis bij de gebruikers en druk te zwaar op de exploitatiekosten omdat er meer personeel of energie nodig is.
De activiteiten die in de verschillende ruimten plaatsvinden, worden beschreven om de ontwerper te laten weten hoe een ruimte wordt gebruikt.